ProActive Nursing: klinisch redeneren met het Time-out-Praktijkmodel (3e editie)
'Hoe gaat het?' Deze vraag stellen verpleegkundigen de hele dag door. Maar hoe beoordelen zij professioneel hoe het echt met de patiënt gaat?
De methode ProActive Nursing wordt in ziekenhuizen, thuiszorg en GGZ gebruikt. Het helpt verpleegkundigen om inzicht te krijgen in de zorgbehoefte van de patiënt. En zo op een adequate en empathische manier patiëntveilige zorg te kunnen bieden. Dit boek biedt het Time-out-praktijk model, zes basisvaardigheden en uitgewerkte patiëntbesprekeningen.
Het Time-out-praktijkmodel
Het Time-out-Praktijkmodel is een praktische en toegankelijke manier om klinisch redeneren stap voor stap toe te passen. Dit model bestaat uit zes denkvaardigheden: observeren, analyseren, communiceren, realiseren, evalueren en reflecteren. Door regelmatig een time-out te nemen – even bewust stilstaan bij wat je ziet, denkt en doet – leren studenten hun redeneringen te verhelderen en beslissingen zorgvuldiger te nemen.
Het boek combineert theorie en praktijk. Herkenbare voorbeelden uit verschillende werkvelden – van ziekenhuiszorg tot wijkverpleging en ouderenzorg – verhelderen de behandelde theorie. Daarnaast bevat het boek casuïstiek met vragen waarmee studenten hun denkvaardigheden zelfstandig of in groepsverband kunnen oefenen.
Deze uitgave is opgebouwd uit vier delen:
- In deel 1 wordt dieper ingegaan op de het werkveld en het beroep van de verpleegkundige. Er is onder meer aandacht voor recente ontwikkelingen in de zorg, voor persoonsgerichte zorg en voor de samenwerking met andere zorgprofessionals.
- Deel 2 behandelt wat klinisch redeneren nu precies is en wat het verschil is tussen denken en redeneren. Het Time-out-Praktijkmodel wordt geïntroduceerd en het begrip ‘zorgfocus in trias’ wordt uitgelegd.
- In deel 3 worden de zes basisberoepsvaardigheden van het Time-out-Praktijkmodel uitgediept en toegelicht met tips en voorbeelden.
- In deel 4 zijn drie uitgewerkte patiëntbesprekingen opgenomen en vijf Time-out-momenten voorzien van vragen die studenten kunnen uitwerken met behulp van de zes denkvaardigheden van het Time-out-Praktijkmodel.
Voor docenten biedt deze uitgave een didactisch hulpmiddel om onderwijs in klinisch redeneren vorm te geven en te koppelen aan de dagelijkse beroepspraktijk. Voor studenten en ervaren verpleegkundigen vormt het een leermethode die uitnodigt tot kritisch nadenken, samenwerken en reflecteren.
Inhoud
Woord vooraf 9
Inleiding: doe een Time-out! 13
Deel 1 Het verpleegkundig beroep 15
1 Wij verpleegkundigen 17
1.1 Welke trends zien we in de gezondheidszorg? 17
1.2 Wat is onze kerntaak als verpleegkundige? 18
1.3 Welke drijfveer heb je als verpleegkundige? 19
1.4 Wie waakt er over de kwaliteit van de zorg die wij aan onze patiënten geven? 20
1.5 Wat biedt interprofessioneel samenwerken ons als verpleegkundigen? 21
1.6 Tot slot 21
1.7 Literatuur 21
2 Onze patiënt(en) 23
2.1 Wie is jouw patiënt? 23
2.2 Wat betekent persoonsgerichte zorg? 24
2.3 Is patiëntgerichte zorg hetzelfde als persoonsgerichte zorg? 24
2.4 Is persoonsgerichte zorg in een acute situatie belangrijk? 25
2.5 Welke plaats nemen protocollen en zorgstandaarden in? 25
2.6 Hoe houd ik rekening met de wensen van de patiënt? 26
2.7 Wat is proactieve zorgplanning? 26
2.8 Welke behandelwensen en grenzen heeft je patiënt? 27
2.9 Wanneer is er sprake van ‘zinloos handelen’? 29
2.10 Hoe komen we tot goede afstemming met onze patiënten? 29
2.11 Wat is shared decision making? 30
2.12 Zijn er ook kritische kanttekeningen te maken over het concept ‘samen beslissen’? 31
2.13 Tot slot 32
2.14 Literatuur 32
3 Onze focus 35
3.1 Welke rol hebben verpleegkundigen bij interprofessionele samenwerking? 35
3.2 Wat betekent dit voor ons, als verpleegkundigen? 35
3.3 Waarom is teamwork zo belangrijk? 36
3.4 Onze focus als verpleegkundigen 36
3.5 Wat is de focus van de verpleegkundige in het klinisch overleg? 36
3.6 Welke overeenkomst(en) kent het diagnostisch proces voor de arts en verpleegkundige? 37
3.7 Wat is de meerwaarde van het ICF-model? 39
3.8 Welke vormen van ‘klinisch overleg’ zijn er? 39
3.9 Tot slot 40
3.10 Literatuur 40
Deel 2 Klinisch Redeneren met het Time-out-Praktijkmodel 41
4 Wat is klinisch redeneren? 43
4.1 Klinisch redeneren in de praktijk 43
4.2 Wat is het verschil tussen intuïtief denken, geautomatiseerd handelen en redeneren? 44
4.3 Wat is nu klinisch redeneren? 45
4.4 Hoe kunnen we leren van onze patiënten? 46
4.5 Tot slot 47
4.6 Literatuur 47
5 Time-out-Praktijkmodel 49
5.1 Hoe gaat het met je? 49
5.2 Toestand-diagnostiek 50
5.3 Time-out-Praktijkmodel 51
5.4 Tot slot 55
5.5 Literatuur 55
Deel 3 Stapsgewijs door het Time-out-Praktijkmodel 57
6 Observeren 59
6.1 Doel: de klinische blik 60
6.2 Verwachtingen bij het observeren 60
6.3 Het proces van diagnosticeren 60
6.4 Onderbouw je bevindingen 62
6.5 Klinische observaties op vijf niveaus 62
6.6 Tot slot 67
6.7 Literatuur 67
7 Analyseren 69
7.1 Doel: probleeminzicht 69
7.2 Verwachtingen bij het analyseren 70
7.3 Het ICF-dashboard met het probleemoverzicht 70
7.4 Andere classificaties 75
7.5 Tot slot 75
7.6 Literatuur 76
8 Communiceren 77
8.1 Doel: interprofessionele samenwerking 77
8.2 Verwachtingen bij het communiceren 77
8.3 Elkaar informeren en inspireren 78
8.4 Persoonsgericht communiceren met je patiënt 80
8.5 Proactief meedenken en tonen van klinisch leiderschap 80
8.7 Tot slot 81
8.8 Literatuur 81
9 Realiseren 83
9.1 Doel: persoonsgerichte zorg 83
9.2 Verwachtingen bij het realiseren 84
9.3 Vijf categorieën voor het realiseren van de zorg bij je patiënt 84
9.4 Tot slot 90
9.5 Literatuur 90
10 Evalueren 91
10.1 Doel: effectiviteit van de verleende zorg beoordelen met een kritische blik 91
10.2 Verwachtingen bij het evalueren 92
10.3 Monitoren en zorg bijstellen 92
10.4 Evaluatievragen bij de drie pijlers van de zorgfocus in trias 93
10.5 Tot slot 94
10.6 Literatuur 95
11 Reflecteren 97
11.1 Doel: leren van onze patiënten 97
11.2 Verwachtingen bij het reflecteren 98
11.3 Reflecteren in de praktijk 98
11.4 Reflectiemodellen 98
11.5 Tot slot 102
11.6 Literatuur 102
12 Overzicht van de basisberoepsvaardigheden 105
Deel 4 Drie patiëntbesprekingen en vijf Time-out-momenten 109
13 Casuïstiek 113
13.1 Mevrouw Rijn: van het verzorgingshuis naar de afdeling Cardiologie 114
13.2 Meneer De Boer: na een val thuis 125
13.3 Mevrouw Yilmaz en haar bezorgde dochter: op de Spoedeisende hulp 139
13.4 Meneer Jansen: van huis via de Spoedeisende hulp naar de afdeling
Urologie 151
13.5 Robbie op de kinderafdeling 161
13.6 Meneer Sari: een oncologische patiënt op de poli 167
13.7 Meneer Ligthart: een aanmelding bij Buurtzorg 172
13.8 Mevrouw Zeldenrust: de revalidatieperiode 177
Trefwoordenregister 185
Dankwoord 189







