Armando
Armando (1929) werd geboren in Amsterdam maar woonde in de oorlogsjaren in Amersfoort. Na de bevrijding trad hij als violist op voor Amerikaanse soldaten. Hij haalde het diploma gymnasium-alpha en keerde terug naar de hoofdstad om er kunstgeschiedenis te studeren. Naast zijn muzikale talent begon hij zijn schilder- en schrijfkwaliteiten te ontwikkelen. In de jaren zestig kondigde Armando 'de nieuwe poëzie' aan; de dichter moest een "koel, zakelijk oog" zijn, en de realiteit weergeven. Ook zijn proza komt steeds voort uit observatie van de werkelijkheid. Zo verscheen in 1967 De SS'ers, waarin Armando en Hans Sleutelaar acht voormalige Nederlandse SS'ers aan het woord laten over hun verleden.
Sinds 1979 werkt Armando afwisselend in Amstelveen en in Berlijn, van waaruit hij jarenlang verslag deed van zijn ervaringen in NRC Handelsblad. Deze stukken zijn gebundeld in In Berlijn, Machthebbers en Krijgsgewoel. Naast kritisch en beschouwend proza schreef Armando ook teksten waarin hij zijn eigen, min of meer absurde, universum schetst. Het bekendste voorbeeld daarvan is de serie Herenleed (1975), samen met Johnny van Doorn en Cherry Duyns. In 1995 verscheen het vervolg, waarin weer met het aanstekelijke taalgebruik een bizar beeld van de werkelijkheid wordt geschetst.
Bij De Bezige Bij publiceerde Armando het grootste deel van zijn oeuvre, voordat hij overstapte naar Uitgeverij Augustus. In 2003 verscheen bij De Bezige Bij Schoonheid is niet pluis, een geboden uitgave met zijn verzameld proza tussen 1973 en 1999, en een nieuwe editie van zijn Verzamelde gedichten, beide bezorgd door Trudie Favié.