Vaardig met vakinhoud
Handboek vakdidactiek Nederlands
Leg je in het schoolvak Nederlands de focus op inhoud, wat leerlingen moeten kennen, of juist op vaardigheden, wat ze moeten kunnen? Deze discussie komt in het denken over het schoolvak voortdurend terug. In Vaardig met vakinhoud: Handboek vakdidactiek Nederlands nemen de samenstellers een doelbewuste positie in: er wordt nadrukkelijk meer aandacht gegeven aan de inhoudelijke kant van het vak, zoals letterkunde en taalkunde, zonder daarbij de dimensie van vaardigheden, zoals begrijpend lezen, schrijven en spreken, tekort te willen doen.
Docenten die met dit boek worden opgeleid, leren schakelen tussen inhoud en vaardigheden in het schoolvak Nederlands en krijgen bruikbare didactische handvatten om interessante en betekenisvolle lessen te geven.
Inhoud
Het boek bestaat uit vier delen. Het eerste deel gaat over algemene ontwikkelingen in de samenleving waarvan (aankomende) docenten Nederlands op de hoogte moeten zijn om hun vak goed uit te oefenen. Hoe ga je om met de verschillende taalachtergronden van je leerlingen, hoe zet je digitale tools verantwoord in? Onderwijskundige thema’s als burgerschap, leesmotivatie en toetsing komen in dit deel ook aan de orde.
De drie andere delen gaan over communicatieve taalvaardigheid, taalonderwijs en literatuuronderwijs. Aan het einde van elk hoofdstuk staan reflectieve opdrachten en aanvullende leestips. Ook is er een website met concrete stage-opdrachten die je meteen in de praktijk kunt brengen.
Aan dit handboek werkten ruim twintig inhoudelijke experts mee. Door hun expertise samen te brengen, biedt dit handboek een breed en tegelijkertijd diepgaand perspectief op vakdidactiek Nederlands.
Voor wie
Vaardig met vakinhoud is bedoeld voor studenten van de eerste- en tweedegraadslerarenopleiding Nederlands. Het boek is ook interessant voor de docent die al voor de klas staat. Deze uitgave is alleen als gratis beoordelingsexemplaar te bestellen voor docenten Nederlands op een 1e of 2e graads lerarenopleiding.
Het schoolvak Nederlands: inhouden en vaardigheden
Deel 1: Algemene ontwikkelingen
1 Meertaligheid in de klas
1.1 Het Nederlands en de andere talen
1.2 Van een eentalig naar een meertalig verhaal
1.2.1 Zitten talen elkaar in de weg?
1.2.2 Taalachterstand of taalachterstelling?
1.2.3 Het Nederlands als heilige graal?
1.2.4 Wiens Nederlands?
1.2.5 Is mijn meertaligheid minder waard dan de jouwe?
1.3 Meertaligheid in het schoolvak Nederlands
1.4 Afsluiting
2 Digitalisering in het (taal)onderwijs
2.1 Ontwerpprincipes van ICT-rijke taallessen
2.1.1 Principe 1: Denk aan de basis
2.1.2 Principe 2: Maak gebruik van TPCK
2.1.3 Principe 3: Bouw routines op
2.1.4 Principe 4: Vergeet toch ook niet te (laten) experimenteren
2.2 Het effect van de digitalisering op de inhoud van je les
2.3 Afsluiting
3 Burgerschap en onderwijs
3.1 Burgerschapsonderwijs: doelen en definitie
3.1.1 Waarom burgerschapsonderwijs?
3.1.2 Wat betekent burgerschap?
3.1.3 Visies op burgerschap en burgerschapsonderwijs
3.2 Burgerschap in de klas
3.2.1 Klas- en schoolklimaat
3.2.2 Didactische benaderingen voor een burgerschapscurriculum
3.3 Docentrollen: dilemma’s
3.4 Afsluiting
4 De theorie achter leesmotivatie
4.1 Het begrip ‘leesmotivatie’
4.2 Het begrip ‘leesweerstand’
4.3 De relatie tussen leesmotivatie en leesvaardigheid 4.4 Leesmotivatie stimuleren
4.5 Effecten van investeren in leesmotivatie
4.6 Afsluiting
5 Toetsing van taalonderwijs
5.1 Curriculum en toetsing
5.1.1 Constructieve afstemming
5.1.2 Achterwaarts ontwerpen
5.2 Formatief evalueren
5.2.1 Formatief evalueren in de lessen Nederlands
5.3 Toetsen met een summatieve functie
5.4 Afsluiting
Deel 2: Communicatie
6 Genredidactiek
6.1 Het concept ‘genre’
6.1.1 Genres in het schoolvak Nederlands
6.2 Didactische uitgangspunten
6.2.1 Uitgangspunt 1: Leer genrekennis aan
6.2.2 Uitgangspunt 2: Analyseer het genre door veel te lezen
6.2.3 Uitgangspunt 3: Oefen het genre door veel te schrijven
6.3 Van uitgangspunt naar lesidee
6.3.1 Kennis → lezen → schrijven
6.3.2 Lezen → kennis →schrijven
6.3.3 Schrijven → kennis → lezen
6.4 Afsluiting
7 Leesbegrip
7.1 Wat is leesbegrip?
7.2 Leesbegrip en leesonderwijs in de eenentwintigste eeuw
7.3 Didactische uitgangspunten
7.3.1 Uitgangspunt 1: Werk aan leesmotivatie
7.3.2 Uitgangspunt 2: Maak leesonderwijs interactief
7.3.3 Uitgangspunt 3: Maak lezen betekenisvol
7.3.4 Uitgangspunt 4: Schenk aandacht aan het leesproces
7.3.5 Uitgangspunt 5: Lees in de diepte
7.3.6 Uitgangspunt 6: Lees in de breedte
7.3.7 Uitgangspunt 7: Bied een breed spectrum aan verwerkingsopdrachten
7.4 Toetsing van leesbegrip
7.5 Afsluiting
8 Mondelinge taalvaardigheid
8.1 Kaders, visie op het schoolvak en onderwijsonderzoek
8.2 Uitgangspunt 1: Bied de vakdomeinspecifieke kennis en vaardigheden aan in een doorlopende leerlijn
8.2.1 Kennis
8.2.2 Vaardigheden
8.3 Uitgangspunt 2: Zorg voor integratie met andere vakdomeinen
8.4 Uitgangspunt 3: Werk in je lessen met de vijf succesfactoren voor goed spreekvaardigheidsonderwijs
8.4.1 Een veilig leerklimaat
8.4.2 Vijf strategieën voor formatief evalueren
8.5 Naar een motiverende didactiek
8.5.1 Strategie 1: Het verhelderen van leerdoelen en het delen van criteria voor succes
8.5.2 Strategie 2: Realiseren van effectieve discussies, taken en activiteiten die bewijs leveren voor leren
8.5.3 Strategie 3: Feedback geven gericht op verder leren
8.5.4 Strategie 4: Activeren van leerlingen als belangrijke informatiebronnen voor elkaar
8.5.5 Strategie 5: Activeren van leerlingen in het stimuleren van eigenaarschap over het eigen leren
8.6 Toetsing
8.7 Afsluiting
9 Retorica
9.1 Wat is retorica?
9.1.1 Taal als wapen
9.1.2 Overtuigen of manipuleren?
9.2 Didactische suggesties voor retorica
9.2.1 Vinden en ordenen
9.2.2 Logos
9.2.3 Ethos
9.2.4 Pathos
9.3 De vier stijldeugden
9.3.1 De eerste stijldeugd: foutloos spreken
9.3.2 De tweede stijldeugd: helder spreken
9.3.3 De derde stijldeugd: passend spreken
9.3.4 De vierde stijldeugd: fraai spreken
9.4 Schoolexamen mondelinge taalvaardigheid
9.5 Afsluiting
10 Schrijfvaardigheid
10.1 Hoe schrijven we?
10.2 Didactische uitgangspunten
10.2.1 Uitgangspunt 1: Laat leerlingen schrijven
10.2.2 Uitgangspunt 2: Werk aan (kennis over) schrijfstrategieën
10.2.3 Uitgangspunt 3: Zorg voor feedback
10.2.4 Uitgangspunt 4: Laat leerlingen samenwerken
10.2.5 Uitgangspunt 5: Stel doelen voor en met je leerlingen
10.3 Hoe beoordeel je schrijfvaardigheid?
10.4 De kunst(matige intelligentie) van het schrijven?
10.5 Afsluiting
11 Creatief schrijven
11.1 Creatief schrijven vereist verbeeldingskracht
11.2 Het schrijfproces en het creatieve proces als probleem oplossingsprocessen
11.3 Het creatieve schrijfproces
11.4 Effectieve lessen creatief schrijven
11.4.1 Voorwaarde 1: Moedig de intrinsieke motivatie aan
11.4.2 Voorwaarde 2: Creëer een leeromgeving die creativiteit bevordert
11.4.3 Ontwerpprincipe 1: Leer creatieve denkstrategieën expliciet aan
11.4.4 Ontwerpprincipe 2: Bied mogelijkheden voor verbeelding en fantasie door keuze en ontdekking
11.5 Creatief schrijven in het curriculum Nederlands
11.6 Afsluiting
Deel 3: Taal
12 Het fenomeen taal in de klas
12.1 Kennis over taal in relatie tot taalvaardigheid
12.2 Kennis over taal als waardevol doel op zichzelf
12.3 Aandacht voor taal in de klas
12.3.1 Taalbeschouwing
12.3.2 Taalkunde
12.3.3 Taalbeschouwingsonderwijs in dit handboek
12.4 Afsluiting
13 Grammaticaonderwijs
13.1 Kritiek op traditioneel grammaticaonderwijs
13.1.1 Een traditionele didactische aanpak
13.1.2 Een traditionele grammaticale inhoud
13.2 Uitgangspunten voor betekenisvol grammaticaonderwijs
13.2.1 Uitgangspunt 1: Werk vanuit taalkundige metaconcepten
13.2.2 Uitgangspunt 2: Breng stapsgewijs begrip aan via voelen, vatten en verwerken 200
13.2.3 Uitgangspunt 3: Leer leerlingen grammaticaal te redeneren
13.2.4 Uitgangspunt 4: Leg relaties tussen grammatica en schrijf vaardigheid
13.2.5 Uitgangspunt 5: Leg relaties tussen grammaticale inhouden bij Nederlands en grammaticale inhouden in andere talen
13.3 Afsluiting
14 Pragmatiek in de klas
14.1 Kernconcepten uit de pragmatiek
14.1.1 Taalhandelingen
14.1.2 Coöperatieprincipe
14.1.3 Conversationele implicatuur
14.1.4 Beleefdheid
14.2 Uitgangspunten voor het didactiseren van pragmatische concepten
14.2.1 Uitgangspunt 1: Werk inductief op basis van casussen
14.2.2 Uitgangspunt 2: Werk vergelijkenderwijs (op basis van echte (leerling)teksten)
14.2.3 Uitgangspunt 3: Besteed aandacht aan vorm, functie en context
14.2.4 Uitgangspunt 4: Koppel concrete teksten of gesprekken expliciet aan pragmatische concepten
14.3 Afsluiting
15 Taalvariatie in de klas
15.1 Verschillende perspectieven op taalvariatie
15.1.1 Geografische taalvariatie
15.1.2 Etnische taalvariatie
15.1.3 Sociale taalvariatie
15.1.4 Situationele taalvariatie
15.1.5 Veranderlijkheid van taalvariatie
15.2 Taalkundige concepten voor het duiden van taalvariatie
15.2.1 De drie T’s
15.2.2 Indexicaliteit
15.2.3 Openlijk en bedekt prestige
15.3 De didactische aanpak van taalvariatie
15.3.1 Sociaal-culturele reflectie op taalvariatie
15.3.2 Taalvergelijking
15.3.3 Luistertaal
15.4 Afsluiting
16 Taalverandering
16.1 Taalverandering in de klas: wat en waarom?
16.2 Didactiek van taalverandering
16.2.1 Een voorbeeld van didactisering van een hedendaagse taalverandering
16.2.2 Een voorbeeld van didactisering van een oude taalverandering
16.3 Afsluiting
17 Spellingonderwijs
17.1 Het belang van spellingvaardigheid en dus spellingonderwijs
17.2 Spellinggeweten: een diepgeworteld verlangen
17.3 Spellingbewustzijn: weten wat je niet weet
17.4 Inzicht in plaats van ezelsbruggetjes
17.4.1 Fonologisch bewustzijn
17.4.2 Morfologisch bewustzijn
17.4.3 De psychologie van de werkwoordspelling
17.5 Afsluiting
Deel 4: Literatuur
18 Literatuur op school
18.1 Waarom we literatuur lezen op school
18.2 Literatuur behandelen in de klas: vijf basisprincipes
18.2.1 Principe 1: Wees een rolmodel
18.2.2 Principe 2: Geef de leesvoorkeuren van jongeren de ruimte
18.2.3 Principe 3: Benadruk dat literatuur een sociale aangelegenheid is
18.2.4 Principe 4: Koppel leerlingen aan boeken die bij hen passen
18.2.5 Principe 5: Geef de leerling een actieve rol
18.3 Toetsing binnen het literatuuronderwijs
18.4 Afsluiting
19 De Leescyclus
19.1 De Leescyclus: didactiek voor stimulerend (jeugd)literatuur onderwijs
19.1.1 Uitgangspunten van De Leescyclus
19.1.2 Fase 1: Inspireren
19.1.3 Fase 2: Kiezen
19.1.4 Fase 3: Lezen
19.1.5 Fase 4: Verdiepen
19.2 Lesactiviteiten
19.2.1 Mondelinge activiteiten
19.2.2 Schriftelijke activiteiten
19.2.3 Creatieve activiteiten
19.2.4 Theorieverwerkingsactiviteiten
19.3 Toetsing (jeugd)literatuuronderwijs
19.4 De Leescyclus in bovenbouw havo/vwo
19.5 Afsluiting
20 De leraar als leesbevorderaar
20.1 Waarom leest een boekmijder niet (of niet graag)?
20.2 Lezen als sociale activiteit
20.2.1 Boeken lezen is niet alleen lezen
20.2.2 De sociale dimensie van lezen op school
20.3 Boekmijders aan het lezen krijgen: drie belangrijke principes
20.3.1 Principe 1: Stimuleer peer-leren en verbondenheid
20.3.2 Principe 2: Het wegnemen van leesangst
20.3.3 Principe 3: Verander de fixed mindset in een growth mindset en bied hulp op maat
20.4 Afsluiting
21 Proza in de klas
21.1 Tendensen in het prozaonderwijs
21.2 Inhoudelijke en didactische mogelijkheden
21.2.1 Praten over proza
21.2.2 Cultuuroverdracht
21.2.3 Analyse en interpretatie
21.2.4 Nadenken over jezelf en de wereld om je heen
21.3 Afsluiting
22 Poëzieonderwijs
22.1 Poëzie in de klas: wat en waarom?
22.2 Poëziedidactiek: de uitgangspunten
22.2.1 Uitgangspunt 1: Vertrek vanuit de ervaring
22.2.2 Uitgangspunt 2: Stel interpretatieverschillen centraal
22.2.3 Uitgangspunt 3: Vertrek vanuit de vorm en koppel deze aan de inhoud
22.2.4 Uitgangspunt 4: Werk multimediaal
22.2.5 Uitgangspunt 5: Laat leerlingen ook creatief schrijven in de poëzieles
22.3 Poëzie als (toetsbaar) onderdeel van het schoolvak Nederlands
22.4 Afsluiting
23 Literatuurgeschiedenis in de klas
23.1 Literatuurgeschiedenisonderwijs: wat en waarom?
23.2 Historische letterkunde, literatuurgeschiedenis en literatuurhistorisch redeneren
23.3 Literatuurgeschiedenisonderwijs: de uitgangspunten en een voorbeeld
23.3.1 De uitgangspunten van het kruispuntenmodel
23.3.2 De reis van de lege flessen als kruispunttekst
23.4 Afsluiting
Bronnen
Register
Over de auteurs
Extra voor studenten:
Bij deze uitgave is additioneel studiemateriaal beschikbaar voor studenten. Deze kun je benaderen via de url in het boek.
Extra voor docenten:
Bij deze uitgave is additioneel docentmateriaal beschikbaar.




