Bekijk ons hele aanbod
Onderwijs
Gezondheidszorg
Juridisch
Management
Geschiedenis & Filosofie
In een tijd waarin de menselijke maat in zorg, hulpverlening en begeleiding steeds belangrijker wordt, biedt de presentiebenadering een krachtig antwoord op de groeiende behoefte aan meer relationele en mensgerichte ondersteuning. Andries Baart, grondlegger van de presentiebenadering, heeft met Iemand voor iemand. Handboek presentie een onmisbaar naslagwerk geschreven voor iedereen die wil werken volgens deze benadering.
Dit handboek is het resultaat van meer dan dertig jaar praktijkervaring, onderzoek en onderwijs. Het biedt een diepgaande theoretische onderbouwing van de presentiebenadering en laat zien hoe deze in de praktijk toegepast kan worden in uiteenlopende sectoren. Van de jeugdzorg, de psychiatrie, het onderwijs tot de omgang met kwetsbare groepen: presentie biedt een antwoord op de vraag hoe we zorg daadwerkelijk beter, aandachtiger en relationeler kunnen maken.
Voor wie
Of je nu onderzoek doet naar zorgrelaties, onderwijs geeft, beleid ontwikkelt of zelf in de praktijk werkt – Iemand voor iemand biedt een schat aan kennis en inspiratie. Het biedt niet alleen een gestructureerd betoog dat van begin tot eind doorlopen kan worden, maar ook een werk met afzonderlijk te gebruiken hoofdstukken. Bovendien zorgen de vele praktijkvoorbeelden en casestudies ervoor dat de lezer direct een brug kan slaan tussen theorie en praktijk.
‘Trouw, vergezellen, alledaagsheid, inschikken, troosten, bevestigen… Dit boek bevat onderwerpen die nergens terugkomen.’
Het kunnen uithouden
Hoe blijf je nabij als je niets kunt oplossen? In Het kunnen uithouden verdiept Andries Baart de presentiebenadering uit het boek Iemand voor iemand. Lees essay >
Presentie bij onmacht en stilte
Zorg begint waar taal stopt. In zijn essay Wij moeten het zeggen verkent Andries Baart hoe presentie juist dan van waarde is. Lees interview >
DANKBETUIGING
INLEIDING
DEEL 1: ACHTERGRONDEN
1 PRESENTIE, EEN BEELD
1.1 Presentiebeoefening
1.1.1 Een werkdefinitie
1.1.2 Resumé paragraaf
1.2 Presentie: de vakgebieden en werksoorten
1.3 Doorwerkingen van presentie
1.3.1 Praktische opbrengsten
1.3.2 Een eigentijdse professionaliteitsopvatting
1.3.3 Een hoogwaardig idee van zorgvragers
1.3.4 Present stellen
1.3.5 Realisme
1.3.6 Disciplinair open
1.3.7 Moreel deugdelijk
1.3.8 Minder modieus
1.3.9 Menslievend
1.4 Hoge eisen, diep verlangen
1.5 Zo eenvoudig en zo moeilijk: relationeel werken
1.6 Resumé hoofdstuk 1
2 PRESENTIE, HAAR FUNDERING
2.1 Presentie gefundeerd in zorgpraktijken
2.1.1 De ontdekking
2.1.2 Eerste theorievorming
2.1.3 De geleidelijke verbreding
2.1.4 Resumé paragraaf 2.1
2.2 Presentie gefundeerd in zorgethiek
2.2.1 Steunende theoretische kaders
2.2.2 Situering van presentie in de zorgethiek
2.2.3 Breed zorgbegrip
2.2.4 Zorgethiek, globale kenschets
2.2.5 Tussentijds resumé paragraaf
2.2: zorgethiek en presentie
2.2.6 Terug naar de presentie
2.3 Presentie gefundeerd in politieke ethiek
2.3.1 De politiek en het politieke
2.3.2 Het politieke karakter van zorg
2.3.3 Werken in institutionele settings
2.3.3.1 Instituties
2.3.3.2 Ontspoorde instituties
2.3.3.3 Politiek handelen in aansluiting bij het telos
2.4 Conclusie paragraaf 2.2 en 2.3
3 PRESENTIE, HAAR IDENTITEIT
3.1 Methodische systematiek
3.1.1 Methode
3.1.2 Methodiek
3.1.3 Methodisering
3.2 Presentie is geen methode of methodiek
3.3 Benadering vergeleken met methode en methodiek
3.3.1 Globale omschrijving van benadering
3.3.2 Naar een begrippelijke analyse
3.4 De twee componenten van een benadering
3.4.1 Verversingen van discours en praktijkontwerp
3.5 Resumé hoofdstuk 3
4 HET DISCOURS VAN DE PRESENTIEBENADERING
4.1 Het denkkader
4.1.1 Wat gebeurt hier en wat is het probleem?
4.1.1.1 De betekenis opmerken van wat aandacht behoeft
4.1.1.2 Welke uitleg doet de betekenis tekort en mijd je liever?
4.1.1.3 Resumé paragraaf 4.1.1
4.1.2 Hoe kan of hoe komt dat, hoe moet dat begrepen worden?
4.1.2.1 Soort benodigde kennis
4.1.2.2 Verklaren en interpreteren
4.1.2.3 Het gebruik van verklarende en interpretatieve kennis
4.1.2.4 Resumé paragraaf 4.1
4.2 Het streefkader
4.2.1 Wat wordt er bevorderd?
4.2.1.1 Wat is zorg eigenlijk?
4.2.1.2 Resumé paragraaf 4.2.1.1
4.2.1.3 Toegespitst: goede zorg in vier dimensies
4.2.1.4 Het afwenden van verval ten gunste van een relatief goed leven
4.2.1.5 Verdere toespitsing (inclusief resumé)
4.2.1.6 Het spanningsveld van emergentie, finaliteit en de ‘commons’
4.2.2 Waarvan weg te bewegen: negatief geladen ambities?
4.2.2.1 Niet doen wat de zorg moeilijker maakt
4.2.2.2 Niet doen wat de zorg pijnlijker maakt
4.2.2.3 Niet doen wat betekenissen verder zoekmaakt
4.2.3 Resumé paragraaf 4.2
INTERMEZZO 1: EEN BEELD VAN ARMOEDE EN BESTAANSONZEKERHEID MET BEHULP VAN VERKLARENDE EN INTERPRETATIEVE KENNIS
5 HET ETHISCHE KADER
5.1 Wat is de bron van de motivatie en van het gevoel voor richting van de
zorggever?
5.1.1 Afstemming op zichzelf
5.1.2 De inbreng vanuit persoonlijke bestaansethiek en spiritualiteit
cultiveren
5.1.3 Zinvol werk
5.1.4 Ter zake doende gevoelens
5.1.5 Professionele deugden en ondeugden
5.1.6 Steunen op stilzwijgend weten
5.1.7 Politiek-ethische ideeën
5.1.8 Resumé paragraaf 5.1
5.2 Hoe kijkt de werker naar de zorgontvanger?
5.2.1 Ontologische dimensie
5.2.2 Epistemologische dimensie
5.2.3 Ethische dimensie (in strikte zin)
5.2.4 Maatschappelijke dimensie
5.2.5 Resumé paragraaf 5.2
5.3 In welke zin probeert de werker een morele actor te zijn?
5.4 Resumé hoofdstuk 5
6 HET PRAKTIJKONTWERP VAN DE PRESENTIEBENADERING
6.1 Kader van kritische inzichten en werkbeginselen
6.1.1 Inleiding: wat zijn werkbeginselen?
6.1.2 Hoe praktisch goede zorg geven? (resumé)
6.1.3 Vanuit welke werkbeginselen wordt de beoogde praktijk gesticht?
6.1.3.1 Wat is de status van werkbeginselen?
6.1.3.2 De werkbeginselen van het primaire proces
6.2 Methodisch kader
6.2.1 Waarmee wordt de beoogde praktijk voortgebracht en in beheer
gehouden?
6.2.1.1 Intelligent mengen van methodische elementen
6.2.1.2 De vier methodische perspectieven op praktijkontwerpen van zorg
6.2.1.3 Resumé paragraaf 6.2.1 (tussentijds)
6.2.1.4 De consequenties van goed mengen
6.2.1.5 Resumé paragraaf 6.2.1
6.2.2 Wat is de doelgroep van presentie?
6.2.2.1 De doelgroep van presentie
6.2.2.2 Overige selectiviteit van presentie
6.3 Kwaliteitskader
6.3.1 Uitgangspunten van het kwaliteitsdenken
6.3.2 ZorgEthisch kwaliteitsModel
6.3.3 Toelichting op het ZorgEthisch kwaliteitsModel
6.4 Resumé hoofdstuk 6
DEEL 2: DE KERN
7 RELATIONALITEIT
7.1 Inleiding
7.1.1 Warm, koud: waar zoeken we naar?
7.1.2 Goede redenen
7.1.2.1 De aard van zorg
7.1.2.2 Gevoelde noodzaak
7.1.2.3 Beteugeling
7.1.3 Resumé paragraaf 7.1
7.2 Bronnen van relationeel denken
7.2.1 Ontwikkelen van het theoretisch kader
7.2.1.1 Enkele afgewezen theoretische kaders
7.2.1.2 Sociologische relational turn: Emirbayer, Bartels, Turnbull
7.2.1.3 Psychologische relational turn: Slife c.s.
7.2.1.4 Kritische maatschappijwetenschappen, de relational turn van
Donati
7.2.1.5 De relational turn van de zorgethiek
7.2.1.6 Resumé paragraaf 7.2.1
7.2.2 Methodologische operationalisering: zwak relationele en sterk
elationele zorgverlening kunnen waarnemen
7.2.2.1 De vraag
7.2.2.2 Geen goed- of afkeuring
7.2.2.3 Presentie vaststellen
7.2.2.4 Weerstand
7.2.2.5 Kwalitatieve omslag
7.2.2.6 Resumé paragraaf 7.2.2
7.3 Zwakke relationaliteit
7.3.1 Globaal beeld
7.3.2 Verdere begripsbepaling
7.3.3 Basisvormen zwakke relationaliteit
7.3.3.1 De instrumentele relatie
7.3.3.2 De servicegerichte relatie
7.3.3.3 De therapeutische relatie of de werkalliantie
7.3.3.4 De gevoelsrelatie
7.3.3.5 Resumé paragraaf 7.3.3
7.4 Sterke relationaliteit, vergeleken met zwakke
7.4.1 Twaalf distinctieve kenmerken
7.4.1.1 Rij 1: Waarin doet sterke relationaliteit zich voor?
7.4.1.2 Rij 2: Het operationele doel van sterke relationaliteit
7.4.1.3 Rij 3: Inkadering van sterke relationaliteit
7.4.1.4 Rij 4: De context van sterke relationaliteit
7.4.1.5 Rij 5: De breedte van sterke relationaliteit
7.4.1.6 Rij 6: Het onderlinge begrip tijdens sterke relationaliteit
7.4.1.7 Rij 7: Zich uitspreken tijdens sterke relationaliteit
7.4.1.8 Rij 8: De baat van sterke relationaliteit
7.4.1.9 Rij 9: Correctie door sterke relationaliteit
7.4.1.10 Rij 10: De kwaliteit van sterke relationaliteit
7.4.1.11 Rij 11: Gerichtheid van sterke relationaliteit
7.4.1.12 Rij 12: Gestalten van sterke relationaliteit
7.4.1.13 Resumé paragraaf 7.4.1
7.4.2 Functies van zwakke en sterke relationaliteit in de zorg
7.4.2.1 Rij 13: Functies van relationaliteit
7.4.3 Het goed van de hulp van sterk relationeel gegeven zorg
7.4.3.1 Rij 14: De opbrengst van sterk relationele zorgverlening
7.4.3.2 Samengevat paragraaf 7.4.3
7.4.3.3 Resumé paragraaf 7.4.2 en 7.4.3
7.5 Sterke relationaliteit in de praktijk
7.5.1 Sterke relationaliteit als leefwereld- en levensloopbenadering
7.5.1.1 De intenties
7.5.1.2 De leefwereld
7.5.1.3 De levensloop
7.5.1.4 Interactie of referentie
7.5.2 Sterke relationaliteit als radicaal aansluiten en afstemmen
7.5.2.1 Resumé paragraaf 7.5.1 en 7.5.2
7.5.3 Sterke relationaliteit als het denk- en kijkraam van opgaven en
responsen
7.5.3.1 Onderzoek
7.5.3.2 Waarnemingsmodel
7.5.3.3 Opgaven
7.5.3.4 Responsen
7.5.3.5 Resumé paragraaf 7.5.4
INTERMEZZO 2: DE MENSELIJKE MAAT RESPECTEREN: DE PROEVE VAN EEN
ANALYSESCHEMA
DEEL 3: DE PRESENTE WERKER
8 DUBBELZINNIGHEDEN IN DE PRESENTIEBEOEFENING
8.1 Zijn en lijken: over de paradoxale positie en rol van de presentiebeoefenaar
8.1.1 Wat en wie
8.1.2 Zijn als een …
8.1.3 Resumé paragraaf 8.1
8.2 Zo zijn en zo worden: over de ambivalentie en ambiguïteit van de erkenning
8.2.1 Modi van erkennen
8.2.2 Soorten erkenning
8.2.3 De ambigue en ambivalente spanningen van het erkennen
8.2.4 Resumé paragraaf 8.2
8.3 Ruilen en schenken: over de schijntegenstelling van echt zijn en betaald
worden
8.3.1 De gift
8.3.1.1 De dubbelzinnigheid van de gift
8.3.1.2 Presentie als gift
8.3.2 De gewoonheid van zorg geven
8.3.2.1 De betekenis van gewone zorg
8.3.2.2 De onhaalbaarheid van de gewone zorg als gift
8.3.2.3 De onnadrukkelijke gift van zorg geven in alledaagsheid
8.3.3 Afstand houden?
8.3.3.1 Gekwalificeerde natuurlijkheid
8.4 Resumé paragraaf 8.1, 8.2 en 8.3
8.5 Mens en markt: toegift over presentie in ambivalente politieke discoursen
8.5.1 Zeven politieke ambivalenties
8.5.2 Kortom
9 OPEN WAARNEMEN, AANDACHTIG ZIJN EN ONBEVANGEN INTERPRETEREN
9.1 Waarom open waarnemen, aandachtig zijn en onbevangen interpreteren?
9.1.1 De noodzaak van een adequaat beeld
9.1.1.1 Opmerken
9.1.1.2 Anders zijn intact houden
9.1.1.3 Levensecht beeld
9.1.1.4 Tot je laten doordringen
9.1.1.5 Bescheidenheid en complexiteit
9.1.1.6 Resumé paragraaf 9.1.1
9.1.2 Morele sensitiviteit ontwikkelen
9.2 De perspectiefwisseling
9.2.1 Hoe gaat open waarnemen?
9.2.1.1 Tien aspecten van het waarnemen
9.2.2 De voorkeursoptie van open waarnemen: perspectiefwisseling
9.2.2.1 Klein kijken
9.2.2.2 Beeld van binnenuit
9.2.2.3 De perspectiefwisseling voltrekken
9.2.3 Inbedding van het open waarnemen
9.2.3.1 Een illustratief voorbeeld
9.2.4 Resumé paragraaf 9.2
9.3 Vier modi van waarnemen
9.3.1 Nieuwsgierigheid
9.3.1.1 Ludische nieuwsgierigheid
9.3.1.2 Epistemische nieuwsgierigheid
9.3.1.3 Experiëntiële nieuwsgierigheid
9.3.1.4 Kortom
9.3.2 Aandacht
9.3.2.1 De overwegend instrumentele betekenis van aandacht
9.3.2.2 Een overwegend belangstellende betekenis
9.3.2.3 Kortom: de betekenis van deze aandacht voor presentie
9.3.3 Verwondering
9.3.3.1 Verwondering als uitnodiging
9.3.3.2 Verwondering als kritiek
9.3.3.3 Nieuwsgierig, aandachtig en verwonderd
9.3.3.4 Kortom: de verwondering
9.3.3.5 Wond, wonder en verwondering: een nawoord
9.3.4 Mindfulness
9.3.4.1 Mindfulness: waar hebben we het over?
9.3.4.2 Terug naar de presente waarneming
9.3.4.3 Kortom: nieuwsgierigheid, aandacht, verwondering en
mindfulness
9.3.5 De exposure: samenballing van het open waarnemen
9.3.5.1 Algemeen beeld van de exposure
9.3.5.2 Concreet
9.3.5.3 Exposure als de permanente strijd met zichzelf
9.3.5.4 Kortom: de exposure
INTERMEZZO 3: HOE DE HUISARTS-IN-ACTIE WAARNEEMT, DENKT EN DOET
10 INSCHIKKELIJKHEID
10.1 Inschikken
10.1.1 Activisme en het windstille oog van de orkaan
10.1.2 Inschikken en macht
10.1.2.1 Denken over macht
10.1.2.2 Anders denken over macht
10.1.2.3 Samenvatting en conclusie paragraaf 10.1.2
10.1.2.4 Resumé paragraaf 10.1.1 en 10.1.2
10.1.3 Inschikken, bewegen en bewogenheid
10.1.3.1 Inschikken
10.1.3.2 Inschikken en laten
10.1.3.3 Van bewegen naar bewogen worden
10.1.3.4 Aansluiten en afstemmen zoals je danst
10.1.3.5 Meer vormen van de latende modus
10.1.4 Over het opschorten van de professionele logica als vorm van inschikkelijkheid
10.1.4.1 Lone wolf
10.1.4.2 Een machtsvrije ruimte?
10.1.4.3 De logica van de cliënt
10.1.4.4 Politisering
10.1.4.5 Conclusie
10.2 De ruimte innemen
10.2.1 Tevoorschijn komen
10.2.2 Begrepen worden in onderzoek
10.2.2.1 Onze onderzoeksmatige voorkeur
10.2.2.2 Bijzondere kenmerken
10.2.3 Invloed hebben en meedoen
10.2.3.1 Goed geregeld
10.2.3.2 Invloed tijdens of buiten de zorgverlening?
10.2.3.3 Invloed en verantwoordelijkheid
10.2.3.4 Invloed door tot spreken gebracht te worden
10.3 Te weinig ruimte innemen
10.3.1 Relationele autonomie
10.3.1.1 Het begrip zelf
10.3.1.2 De professional die autonomie relationeel bevordert
10.3.1.3 Angst voor paternalisme
10.3.2 Begrippen die beginnen met auto-, zelf- en eigen-
10.3.3 Conclusie paragraaf 10.3
10.4 Samenvatting hoofdstuk 10
11 ERBIJ BLIJVEN EN RELATIONEEL VERGEZELLEN
11.1 Motieven en beletselen om erbij te blijven
11.1.1 Erbij blijven: waarom zou je?
11.1.2 Erbij blijven: wat let je?
11.2 Trouw zijn
11.2.1 Trouw zijn en presentie
11.2.2 Wat is trouw zijn?
11.2.2.1 Tien kenmerken van trouw
11.2.2.2 Moeilijkheden met trouw
11.2.2.3 Trouw: een illustratieve praktijk
11.2.3 Resumé paragraaf 11.2
11.3 Bescheidenheid
11.3.1 Op te lossen vraagstukken
11.3.2 De omgang met wicked problemen
11.3.3 Presentie en de omgang met wicked sociale problemen
11.3.4 Onmacht en andere redenen tot bescheidenheid
11.3.4.1 Bescheidenheid: een globale kenschets
11.3.5 Een praktische vertaling: de onmachtscompetentie
11.3.5.1 Gestalten van onmacht: meer dan wicked problems
11.3.5.2 Analyse
11.3.5.3 Tussentijds resumé paragraaf 11.3.5.1 en 11.3.5.2
11.3.5.4 Onmacht methodisch hanteren
11.3.5.5 De onmachtscompetentie
11.4 De bescheiden modus van zorg geven
11.4.1 Maakbaarheidsideologie
11.4.2 De culturen van het noodlotsdenken en het tragische denken
11.4.2.1 Noodlot dat ongedaan moet worden gemaakt
11.4.2.2 Tragiek waarmee geleefd moet worden
11.4.2.3 Tussentijdse samenvatting
11.4.3 Alledaagsheid en deskundologische onverschilligheid
11.4.3.1 Alledaagsheid: een eenvoudige typering
11.4.3.2 ‘Dat is niet normaal!’
11.4.3.3 Alledaagsheid van wie?
11.4.3.4 Alledaagsheid: een literatuurverkenning
11.4.3.5 De kleine goedheid
11.5 Troostend nabij blijven
11.5.1 Lijden
11.5.2 Eenzaamheid
11.5.3 Tussentijds resumé paragraaf 11.5
11.5.4 Troosten
11.6 Solidariteit als erbij blijven in een politiek-ethisch perspectief
11.6.1 Present stellen
11.6.2 Wat is solidariteit?
11.6.3 Samenvatting van paragraaf 11.6
11.7 Toegift: de presente ondersteuning van mantelzorgers
11.7.1 Omschrijving van de mantelzorger
11.7.2 Acht ‘portretten’ van mantelzorgers
11.7.3 Aanbod van presentie
11.7.3.1 Door de zorg kunnen navigeren
11.7.3.2 Presente zorg voor de mantelzorger
11.7.4 Samenvatting van paragraaf 11.7
11.8 Samenvatting van hoofdstuk 11
INTERMEZZO 4: GESTALTEN VAN ‘EENZAAMHEID’
DEEL 4: EPILOOG
12 EEN PLEIDOOI VOOR PRESENTIE OP HOOFDPUNTEN
12.1 Zorg geven
12.1.1 Interpreteren in termen van rechten
12.1.2 De basiscategorie: zorg geven
12.1.3 De breedte van zorg geven
12.2 Relationeel werken
12.2.1 De ander in context
12.2.2 Relationeel interpreteren
12.2.2.1 Radicaliteit
12.2.2.2 Misverstanden en moeilijkheden
12.2.2.3 Een juist beeld van de ander krijgen
12.2.3 Bedenkingen
12.2.3.1 Te moeilijk
12.2.3.2 Te duur
12.3 Weten en begrijpen
12.3.1 Waarheid en realisme
12.3.1.1 Heins scheermes
12.3.1.2 Idiologiekritiek
12.3.1.3 Voorbij de relativering van waarheid
12.3.2 Bescheidenheid
12.3.2.1 Hele waarheid
12.4 Ethiek
12.4.1 Morele visie op je beroep aan de hand van Bregmans Morele ambitie
12.4.1.1 De inhoud
12.4.1.2 Nut van je werk in een relationeel, politiek-ethisch kader
12.4.1.3 Verkwisting
12.4.1.4 Hulpbegrippen
12.4.1.5 Morele prudentie
12.4.1.6 Morele ambitie en virtuositeit
12.4.1.7 Ontmoedigende institutionele kaders
12.4.1.8 Morele eigenschappen
12.4.1.9 Morele ambitie van systemen
12.4.1.10 Morele educatie
12.5 Professioneel presentie beoefenen
12.5.1 Basale kenmerken
12.5.1.1 In concreto
12.5.2 Meer kenmerken, gezien door de lens van presentie
12.5.2.1 Casus
12.5.3 Hoe presentie verloopt
12.6 Leven en het alledaagse, slotpleidooi voor relationaliteit
12.6.1 Maaike de Haardt
12.6.1.1 Over het alledaagse 1 (intreerede van De Haard)
12.6.1.2 Over het alledaagse 2 (afscheidsrede van De Haardt)
12.6.2 Ron Muijzer over liv, lev, leiv, lov
TOEGIFT 1: EEN SAMENVATTING VAN ANDRIES BAART, EEN THEORIE VAN DE PRESENTIE (2001)
GERAADPLEEGDE BRONNEN
OVER DE AUTEUR
INDEX
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account