Vechten voor vijand en vaderland

Na de Tweede Wereldoorlog vonden voormalige nazi's wonderbaarlijk snel werk bij westerse regeringen. Zo waren ze welkom in het Franse Vreemdelingenlegioen en hielpen ze de Amerikanen met hun kennis van raketten. Ook Nederland maakte gebruik van de diensten van mannen die waren gerekruteerd door bijvoorbeeld de Waffen-SS.

De meeste Nederlandse Waffen-SS'ers en andere mannen die in Duitse krijgsdienst verkeerden, werden na de oorlog voor kortere of langere tijd gevangengezet. Nauwelijks bekend is dat een aantal van hen na hun vrijlating in het Nederlandse leger heeft gediend.

Tekort aan soldaten

Zowel in Nederlands-Indië (1945-1950) als in de Koreaanse oorlog (1950-1953) was de behoefte aan soldaten groot en liepen aanbod en vraag ver uiteen. Vanwege dit tekort maakte Nederland voor de oorlog in Indië gebruik van de diensten van nog dienstplichtige jongens die hun Nederlanderschap nog niet hadden verloren. In de loop van de Koreaoorlog werd de deur opgengezet voor krijgsmannen met een Duits militair oorlogsverleden om het bataljon op te vullen.

In Vechten voor vijand en vaderland onderzoekt Gerrit Valk wat de motieven van deze voormalige Duitse oorlogsvrijwilligers waren om opnieuw de oorlog op te zoeken, of hun militaire ervaring meerwaarde had en hoe men aankeek tegen hun oorlogsverleden.

Gerrit Valk

Gerrit Valk is historicus. Hij publiceerde diverse boeken, waaronder ‘Pantsers stooten door, Stuka’s vallen aan’. Melchert schuurman, een muziekleven in dienst van de NSB en de Waffen-SS. Met Leo Noordegraaf schreef hij De Gave Gods. De pest in Holland vanaf de late middeleeuwen. Ook was Gerrit Valk lid van de Tweede Kamer, momenteel is hij voorzitter van het Veteraneninstituut.