Toetsing Burgerschap
Vier wegen naar succes
Het toetsprogramma kent vier verschillende opties: twee opties gebaseerd op een eindopdracht en twee gebaseerd op een toets met meerkeuzevragen:
- Eindopdracht met theoretische onderbouwing
- Eindopdracht met presentatie
- Toets met meerkeuzevragen en open vragen
- Toets met alleen meerkeuzevragen
Alle toetsen dekken de vier thema’s van burgerschap af: vrijheid & gelijkwaardigheid, individu & groep, maatschappijvisies & maatschappelijke vraagstukken en macht & besluitvorming.
Eindopdracht: burgerschap in actie
Kies je voor een eindopdracht, dan kunnen de studenten écht ervaren wat burgerschap betekent. Ze werken in groepen van circa vier personen aan concrete projecten zoals een ‘Dag van gelijkwaardigheid’ of een duurzaamheidsactie. Studenten van niveau 3-4 kunnen zelfs hun eigen burgerschapsproject ontwerpen.
Het proces volgt een duidelijke structuur: brainstormen, democratische besluitvorming, takenverdeling, voorbereiding, uitvoering en reflectie. Hierdoor leren studenten niet alleen over burgerschap, maar ervaren ze het ook daadwerkelijk.
De keuze tussen theoretische onderbouwing of presentatie geeft docenten extra flexibiliteit. Een schriftelijke onderbouwing past goed bij studenten die sterker zijn in reflectie en analyse. Een presentatie stimuleert mondeling presenteren en teamwork.
Toetsen: solide kennistoetsing
Voor docenten die de voorkeur geven aan traditionele toetsing, bieden de meerkeuzevarianten een betrouwbare manier om kennis te meten. De toetsen voor niveau 2 richten zich vooral op herkenning en begrip, terwijl de toetsen voor niveau 3-4 zich meer op toepassing en casuïstiekfocussen.
De combinatie van meerkeuzevragen met open vragen (optie 3) biedt het beste van beide werelden: efficiënte beoordeling én ruimte voor persoonlijke inzichten van studenten.
Eerlijke beoordeling met app-participatie
Voor alle toetsen geldt dat het eindcijfer voor 75% bepaald wordt door de toets en voor 25% door de participatie in de app. Deze verdeling zorgt ervoor dat inzet en betrokkenheid tijdens het leerproces meetellen, ongeacht de gekozen eindtoets.
Het app-cijfer wordt bepaald door de punten die de studenten krijgen voor hun opdrachten in de vier thema’s. In totaal kunnen studenten 1210 punten halen. Dat zijn gedeeltelijk punten voor juiste antwoorden (528), punten voor het antwoorden (342), punten die de docent toekent voor een opdracht, al dan niet geholpen door AI (340). Daarnaast kan acht keer één student of één groepje 20 punten extra krijgen voor de best verkozen foto of video.
Praktische overwegingen
AI en creativiteit: moderne toevoegingen
Het beoordelingssysteem houdt rekening met hedendaagse ontwikkelingen. Scholen kunnen kiezen of studenten AI mogen gebruiken bij de eindopdrachten (met transparantie over prompts) of niet. Daarnaast is er ruimte voor creativiteit en originaliteit.
De keuze is aan jou
Deze flexibiliteit betekent dat je als docent de toetsvorm kunt kiezen die het beste past bij jouw onderwijsvisie, je studenten en praktische omstandigheden zoals groepsgrootte, beschikbare tijd, het studentenprofiel en de faciliteiten.
Het mooie van dit systeem is dat je niet vastzitten aan de gekozen aanpak. Experimenteer, evalueer en pas aan. Jouw ervaring met verschillende toetsvormen helpt je om de beste keuzes te maken voor toekomstige groepen studenten.