Turboliquidatie

Deze korte introductie staat in het teken van de turboliquidatie als ontbindingswijze van rechtspersonen. In 1994 werd een vierde lid aan art. 2:19 BW toegevoegd, waarmee een reeds in de praktijk voorkomende handelwijze werd gecodificeerd. Wanneer een rechtspersoon ten tijde van ontbinding geen baten meer heeft, houdt deze alsdan op te bestaan. Dit betekent dat geen vereffeningsprocedure hoeft te worden gevolgd. Direct nadat het bestuur opgaaf van ontbinding heeft gedaan bij de Kamer van Koophandel, houdt de rechtspersoon op te bestaan. Verondersteld wordt dat de turboliquidatie als wijze van ontbinding van rechtspersonen eenvoudig, snel en goedkoop is. Eenvoudig, omdat slechts één voorwaarde aan de turboliquidatie lijkt te worden gesteld: het ontbreken van baten ten tijde van ontbinding. Snel en goedkoop, omdat geen vereffeningsprocedure hoeft te worden gevolgd. Dit is ook een van de redenen waarom de turboliquidatie veelvuldig wordt toegepast in de praktijk. In deze korte introductie worden de voor de praktijk relevante vraagstukken omtrent turboliquidatie beantwoord.