Herman de Mönnink Over soliditeit in sociaal werk: van losse scherven naar een sterke vaas
Gesprek met Herman de Mönnink, auteur van De gereedschapskist van de sociaal werker, over hoe soliditeit van het beroep versterkt wordt door eenheid in methodisch handelen.
Waarom die metafoor van de vaas?
Een geheel van mooie maar losse scherven maakt nog geen vaas. Zo kent sociaal werk een rijk palet aan functies, theorieën en methoden, maar zonder samenhang ontstaat versnippering. Burgers, professionals en beleidsmakers zien dan door de bomen het bos niet meer. Soliditeit is het cement dat de scherven tot één geheel maakt.
Praktijkillustratie:
In een wijkteam werken vijf sociaal werkers ieder vanuit hun eigen methode. Een bewoner met schulden, stress en gezondheidsproblemen krijgt daardoor vijf verschillende adviezen. Pas wanneer het team besluit één gezamenlijk kader te gebruiken, ontstaat samenhang en helderheid — de vaas wordt weer één geheel.
Waarom is soliditeit juist nu zo belangrijk?
De roep om samenhang klinkt steeds luider. Overheden vragen om wetenschappelijk onderbouwd sociaal werk, professionals om rust en richting in het handelen. Zonder gedeelde basis raken werkers versnipperd, wat leidt tot stress, handelingsverlegenheid en verminderde effectiviteit. Soliditeit brengt structuur, kwaliteit en trots terug in het vak.
Praktijkillustratie:
Een gemeente merkt dat verschillende hulpverleners langs elkaar heen werken bij gezinnen in armoede. Door één gedeelde methodiek te introduceren, daalt de werkdruk, wordt overlap voorkomen en stijgt het vertrouwen van inwoners in het sociaal werk.
Wat betekent soliditeit in sociaal werk?
Soliditeit betekent: werken vanuit één denkkader – een gedeeld fundament van denken, handelen en meten. Het bestaat uit tien bouwstenen: een gezamenlijk doel, een brede theoretische en methodische grondslag, wetenschappelijke onderbouwing, meetbare resultaten, deskundigheid, draagvlak en maatschappelijke legitimatie. Zo versterkt soliditeit niet alleen de beroepspraktijk, maar ook de beroepsidentiteit én het beroepsimago — en dat is precies wat het sociaal werk nu nodig heeft.
Praktijkillustratie:
Een opleiding sociaal werk besluit alle studenten te trainen in hetzelfde basismodel voor methodisch handelen. Docenten merken dat studenten beter kunnen uitleggen waarom ze bepaalde keuzes maken, en dat vergroot hun professionele trots en herkenbaarheid in het werkveld.
Hoe helpen PSS en SR3S om de scherven te lijmen?
Om van scherven weer een vaas te maken, helpt een gedeeld navigatiesysteem: PSS is de landkaart – de Psychosociale Stresswetenschap – die laat zien hoe draaglast, draagkracht en draagvlak samen het stress- en veerkrachtsysteem vormen. SR3S is het methodisch kompas – Situationeel Redeneren in 3 Stappen – dat richting geeft aan methodisch handelen.
Praktijkillustratie:
Een sociaal werker bekijkt een casus van een alleenstaande moeder met burn-outklachten niet langer alleen vanuit de schuldhulpverlening, maar met de PSS-driehoek. Zo wordt duidelijk: de draaglast is hoog (financiële druk), de draagkracht verzwakt (uitputting), en het draagvlak ontbreekt (sociaal isolement). Dat inzicht bepaalt welke aanpak het meest helpt.
Wat houdt SR3S in?
Situationeel Redeneren in 3 Stappen helpt sociaal werkers om hun handelen stap voor stap te verankeren in een helder denkkader.
Stap 1: De situatie in kaart brengen.
Je kijkt breed naar wat er speelt: wat vormt de draaglast, en wat versterkt of verzwakt de draagkracht en het draagvlak? Zo wordt zichtbaar waar stress ontstaat én waar herstel mogelijk is.
Stap 2: Methodische werkhypothesen ontwikkelen.
Vanuit dat totaalbeeld formuleer je hypotheses: welke stressvorm speelt hier precies, en welke sociaalwerk-methoden kunnen worden ingezet om die aan te pakken? Zo ontstaat maatwerk in plaats van standaardoplossingen.
Stap 3: Monitoren van het sociaalwerk-resultaat.
Tot slot kijk je wat de gekozen methodenmix daadwerkelijk oplevert. Wat zien we aan verandering in veerkracht, welzijn en stabiliteit? Door die resultaten zichtbaar te maken, wordt leren, bijsturen en verantwoorden vanzelfsprekend onderdeel van professioneel handelen.
Praktijkillustratie:
Een jongerencoach gebruikt SR3S bij een 17-jarige met schooluitval. De situatie laat zien: hoge draaglast door druk van thuis, lage draagkracht door vermoeidheid, en weinig draagvlak op school. De werkhypothese: chronische stress door prestatiedruk. De methodenmix: gesprekken over coping, contactherstel met mentor en sport als stressreductie. Na enkele weken blijkt uit de monitoring: meer structuur, minder spanning, en schoolbehoud — zichtbare veerkrachtversterking.
Waarom werkt dat denkkader zo goed?
Omdat sociaal werkers vanuit dezelfde basis redeneren: wat is de draaglast van deze persoon of gemeenschap, waar ligt de draagkracht, en welk draagvlak ondersteunt of ontbreekt? Op basis daarvan wordt een passende methode gekozen — geen one size fits all, maar one size fits one. Zo wordt sociaal werk zichtbaar, toetsbaar en professioneel stevig.
Praktijkillustratie:
In een teamoverleg bespreken collega’s niet langer losse methoden, maar gebruiken dezelfde PSS-taal: ‘Wat zien we aan draaglast?’, ‘Waar zit de kracht?’, ‘Wat kunnen we versterken?’ Zo ontstaat gedeeld denken en gezamenlijk handelen.
Wat levert soliditeit uiteindelijk op?
Waar vroeger losse scherven lagen — methoden, theorieën, werkwijzen — ontstaat nu één stevige vaas: een samenhangend, wetenschappelijk en mensgericht sociaal werk. PSS biedt de landkaart, SR3S het methodisch kompas. Samen vormen ze het stevige fundament waarmee het beroep niet alleen effectiever wordt, maar ook herkenbaarder en trotser. Soliditeit maakt het sociaal werk weer één geheel – stevig, zichtbaar en veerkrachtig.
Herman de Mönninkis is oud-docent Sociaal Werk van de Hanzehogeschool Groningen, sociaal klinisch psycholoog, trainer Multimethodisch Sociaal Werk en trauma-/rouwtherapeut. Auteur van Verlieskunde en De gereedschapskist van de sociaal werker.