Bekijk ons hele aanbod
Onderwijs
Gezondheidszorg
Juridisch
Management
Geschiedenis & Filosofie
In opdracht van het WODC heeft een onderzoeksgroep van de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzocht of het vanuit juridisch, wetssystematisch perspectief verantwoord is om het maximum van de tijdelijke gevangenisstraf bedreigd tegen het misdrijf van moord (art. 289 Sr) te verhogen van dertig naar veertig jaren.
De conclusie van de onderzoekers is dat een dergelijke verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf voor moord zonder gedegen onderbouwing van de noodzaak en een integrale beschouwing van de (wetssystematische) gevolgen niet verantwoord is. Zij zijn hiertoe gekomen op basis van de uitkomsten van wetssystematisch en empirisch onderzoek. In wetssystematische zin zou, gelet op het huidige systeem, een grotere wetgevingsoperatie nodig zijn dan enkel een aanpassing van art. 289 Sr. Voor het empirische onderzoek is een kwantitatieve en kwalitatieve analyse verricht van de rechtspraak inzake moord en doodslag sinds 2006 en zijn een twintigtal interviews gehouden met strafrechters, leden van het openbaar ministerie, advocaten, vertegenwoordigers van slachtofferorganisaties en de instanties betrokken bij de tenuitvoerlegging van (lange) gevangenisstraffen. Uit de rechtspraak en de strafrechtspraktijk is de noodzaak voor een verhoging niet of nauwelijks gebleken.
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account