Nederlands in de onderbouw
Een praktische didactiek
Goede beheersing van de Nederlandse taal maakt het mogelijk om actief deel te nemen aan studie en werk, aan cultureel en sociaal leven. Onderwijs in spreek- en luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid dient dan ook een breed maatschappelijk belang. De gewenning aan nieuwe, ‘snelle’ communicatiemiddelen in de digitale wereld maakt dat lezen en schrijven van langere, complexere teksten voor veel leerlingen steeds moeilijker wordt. Het is een stevige taak voor docenten Nederlands in het voortgezet onderwijs om leerlingen de gewenste taalvaardigheden mee te geven voor de toekomst, en om leerlingen bewust te leren kijken naar hun eigen en naar andermans taalgebruik.
Inhoud
Met Nederlands in de onderbouw hebben (aanstaande) leraren Nederlands en lerarenopleiders een praktisch naslagwerk in handen voor de vormgeving van hun onderwijs. De theorie van de taalvaardigheden lezen, schrijven, spreken en luisteren wordt direct toepasbaar in de onderwijspraktijk. Hetzelfde geldt voor onderwijs in fictie en taalbeschouwing. Het boek is gebaseerd op de kerndoelen Nederlands voor de onderbouw, het Referentiekader taal en de Kennisbasis docent Nederlands bachelor. Didactisch uitgangspunt is communicatief taalonderwijs.
Voor wie
Dit boek is bedoeld voor (aanstaande) eerste- en tweedegraads docenten Nederlands en voor professionals binnen het vak Nederlands van het voortgezet onderwijs.
1 Inleiding
1.1 Wat biedt dit boek?
1.1.1 Het onderwijs in het Nederlands
1.1.2 Een praktische didactiek
1.1.3 De onderbouw
1.2 De kerndoelen Nederlands
1.3 Doorlopende leerlijnen en Referentiekader taa
1.4 Vakdidactische uitgangspunten
1.4.1 Communicatief taalonderwijs
1.4.2 De opbouw van communicatief taalonderwijs
1.4.2.1 Indeling van de leerstof in drie typen vaardigheden
1.4.2.2 Transfermogelijkheden van de leerstof
1.4.2.3 Toenemende complexiteit van de leerstof
1.5 Gebruiksmogelijkheden van dit boek
1.5.1 Omschrijving van de doelgroepen
1.5.2 Omschrijving van de inhoud en opbouw
1.5.3 Aanwijzingen voor het gebruik
1.5.3.1 Lesmateriaal
1.5.3.2 Lesorganisatie
1.5.3.3 Wijze van lesgeven
1.5.3.4 Planning van de leerstof
1.6 Gebruikte bronnen
1.7 Literatuur
2 Lezen
2.1 Inleiding
2.2 De leerlingen
2.3 Kerndoelen en referentieniveaus voor het leesonderwijs
2.4 Leerstof lezen
2.4.1 Technisch lezen
2.4.2 Oriënteren op het lezen
2.4.3 Inhoud verkennen
2.4.4 Informatie verwerken
2.4.4.1 Woorden, uitdrukkingen en afkortingen begrijpen
2.4.4.2 Leestekens begrijpen
2.4.4.3 Tekstverbanden herkennen en begrijpen
2.4.4.4 Subjectief taalgebruik herkennen
2.4.4.5 De bedoeling van de schrijver vaststellen
2.4.5 Reflecteren op de tekst
2.4.6 Reflecteren op het lezen
2.4.7 Instructies
2.4.8 Reclameteksten
2.4.9 Nieuwsberichten
2.4.10 Langere artikelen in de media
2.4.11 Schoolboeken
2.4.12 Schema’s
2.4.13 Gegevensbestanden
2.4.14 Formele informatie
2.5 De toetsing van lezen
2.6 Literatuur
2.6.1 Artikelen
2.6.2 Boekpublicaties
3 Schrijven
3.1 Inleiding
3.2 De leerlingen
3.3 Kerndoelen en referentieniveaus voor het schrijfonderwijs
3.4 Leerstof schrijven
3.4.1 Technisch schrijven: handschrift
3.4.2 Oriënteren op het schrijven
3.4.3 Inhoud voorbereiden
3.4.4 Informatie verstrekken
3.4.4.1 Woordkeus
3.4.4.2 Spelling
3.4.4.3 Interpunctie
3.4.4.4 Zinsbouw
3.4.4.5 Tekst- en alineaopbouw
3.4.4.6 Opmaak van teksten
3.4.5 Reflecteren op de tekst
3.4.6 Reflecteren op het schrijven
3.4.7 Brieven en e-mails
3.4.8 Verslagen
3.4.9 Formulieren
3.4.10 Advertenties
3.4.11 Instructie geven
3.4.12 Betogende teksten
3.4.13 Werkstukken
3.4.14 Creatief schrijven
3.5 De toetsing van schrijven
3.6 Literatuur
3.6.1 Artikelen
3.6.2 Boekpublicaties
4 Spreken/luisteren
4.1 Inleiding
4.2 De leerlingen
4.3 Kerndoelen en referentieniveaus voor het spreek- en luisteronderwijs
4.4 Leerstof spreken/luisteren
4.4.1 Spreken
4.4.1.1 Technisch spreken
4.4.1.2 Oriënteren op het spreken
4.4.1.3 Inhoud voorbereiden
4.4.1.4 Informatie verstrekken
4.4.1.5 Reflecteren op de (gesproken) tekst
4.4.1.6 Reflecteren op het spreken
4.4.1.7 Vertellen en samenvatten
4.4.1.8 Instructie geven
4.4.1.9 Presenteren van een boek
4.4.2 Luisteren
4.4.2.1 Concentreren
4.4.2.2 Oriënteren op het luisteren
4.4.2.3 Inhoud verkennen
4.4.2.4 Informatie verwerken
4.4.2.5 Reflecteren op de (gesproken) tekst
4.4.2.6 Reflecteren op het luisteren
4.4.2.7 Instructies
4.4.2.8 Leerstof
4.4.2.9 Reclame
4.4.2.10 Informatieve programma’s
4.4.3 Gesprekken voeren
4.4.3.1 Gespreksconventies kennen
4.4.3.2 Oriënteren op het gesprek
4.4.3.3 Inhoud voorbereiden
4.4.3.4 Informatie uitwisselen
4.4.3.5 Reflecteren op het gesprek
4.4.3.6 Reflecteren op het voeren van gesprekken
4.4.3.7 Informeren bij instanties
4.4.3.8 Vraaggesprekken
4.4.3.9 Discussies
4.4.3.10 Debatten
4.5 De toetsing van spreken/luisteren
4.6 Literatuur
4.6.1 Artikelen
4.6.2 Boekpublicaties
5 Fictie
5.1 Inleiding
5.2 De leerlingen
5.3 Kerndoelen en referentieniveaus voor het fictieonderwijs
5.4 Leerstof fictie
5.4.1 Leren praten over fictie
5.4.2 Leren vragen stellen over fictie
5.4.3 Een mening leren vormen over fictie
5.4.4 De relatie tussen fictie en werkelijkheid leren zien
5.4.5 Kenmerken van fictie leren zien
5.4.6 Kennismaken met schrijvers
5.4.7 De bibliotheek leren kennen
5.4.8 Fictie leren kiezen
5.4.9 (Jeugd)verhalen
5.4.10 (Jeugd)romans
5.4.11 Strips
5.4.12 Gedichten
5.4.13 Series en films
5.4.14 Dagboeken
5.4.15 Toneelstukken
5.4.16 Fictie uit verschillende culturen
5.5 De toetsing van het lezen van fictie
5.6 Literatuur
5.6.1 Artikelen
5.6.2 Boekpublicaties
6 Taalbeschouwing
6.1 Inleiding
6.2 Taalbeschouwing als reflectie op taalgebruik 292
6.2.1 Inleiding
6.2.2 De leerlingen
6.2.3 Kerndoelen en referentieniveaus voor taalbeschouwing als reflectie op taalgebruik
6.2.4 Leerstof taalbeschouwing als reflectie op taalgebruik
6.3 Taalbeschouwing als studie van taalvariatie
6.3.1 Inleiding
6.3.2 De leerlingen
6.3.3 Kerndoelen en referentieniveaus voor taalbeschouwing als studie van taalvariatie
6.3.4 Leerstof taalbeschouwing als studie van taalvariatie
6.3.4.1 Kernbegrippen taalverschijnselen
6.3.4.2 Standaardtalen
6.3.4.3 Dialecten en regiolecten
6.3.4.4 Groepstalen
6.4 Literatuur
6.4.1 Artikelen
6.4.2 Boekpublicaties
6.4.3 Advieslijst taalbeschouwelijke termen Nederlands (Ministerie van Onderwijs en Vorming, Vlaanderen)
Bijlage 1 Relevante websites voor het vak Nederlands
Bijlage 2 Taalverzorging
Register
Over de auteur
In deze zevende druk van Nederlands in de onderbouw zijn enkele wijzigingen aangebracht ten opzichte van de vorige. Inhoudelijk gaat het om meer aandacht voor kennis over taal, digitale geletterdheid en creatief schrijven, trends die naar voren komen in de grote opdrachten en bouwstenen die voor Nederlands ontwikkeld zijn binnen curriculum.nu. De aandacht voor kennis over taal heeft geleid tot een vernieuwd hoofdstuk 6, dat nu Taalbeschouwing heet en uitgebreid ingaat op de vraag welke talige begrippen leerlingen nodig hebben om over taal en taalgebruik te kunnen praten, in het kader van reflectie op eigen en andermans taalgebruik. Daarnaast wordt in het hoofdstuk als vanouds aandacht besteed aan taalvariatie. De uitbreiding van aandacht voor digitale geletterdheid en creatief schrijven is verwerkt in de hoofdstukken Lezen en Schrijven.
De literatuuropgaven bij de hoofdstukken zijn geactualiseerd tot en met 2019. Alle genoemde artikelen zijn integraal op het internet te raadplegen; voor een groot deel van de genoemde boekpublicaties geldt hetzelfde. Bijlage 1, Relevante websites voor het vak Nederlands, is bijgewerkt. Omdat er steeds meer communicatief lesmateriaal Nederlands bekend en beschikbaar is, en om de omvang van het boek te beperken, zijn de lesvoorbeelden bij de hoofdstukken geschrapt.




