Pier Prins
Pier Prins studeerde af in de Psychologie aan de Universiteit van Utrecht en werkte daarna in diverse functies aan de Universiteit van Amsterdam, waarvan de laatste 12 jaar als hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychologie. Naast onderzoek en onderwijs werkte Prins als cognitief gedragstherapeut en gz-psycholoog in de klinische praktijk. Aanvankelijk specialiseerde hij zich in zelfregulatie van angst bij kinderen en later verdiepte hij zich in gedragsproblemen als adhd. Prins was vele jaren supervisor bij de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie en bij het NIP.
Vrijwel direct na zijn afstuderen kreeg hij een aanstelling als wetenschappelijk medewerker aan het Instituut voor Ontwikkelingspsychologie. Daar werd Prins gegrepen door het onderwerp leren en ontwikkeling en het spanningsveld tussen aanleg en opvoeding. Hij is altijd gefascineerd geweest door de vraag hoe iemand geworden is tot wat hij of zij is. Ook het thema veranderbaarheid van gedrag en van psychologische eigenschappen heeft altijd centraal gestaan in mijn onderzoek en onderwijs. Daar ligt ook de verbinding met zijn werk als cognitief gedragstherapeut.
Leestips van Pier Prins:
Essays, Montaigne
Psychology’s Ghosts, Jerome Kagan